Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De God [22]mijner goedertierenheid zal mij [23]voorkomen; God zal mij [24]op mijn verspieders doen zien. 22. Of, mijner weldadigheid; dat is, mijn goedertierene of weldadige God, die mij gunstig of wel genegen en zijne goedertierenheid aan mij bewezen heeft. Verg. Jer.2:2, met de aantekening. 23. Of, bejegenen, ontmoeten; dat is, ter rechter tijd goedertierenlijk helpen. 24. Of, aan; te weten, mijnen wens, of zijne wraak. Zie hfdst.54 vs.9, en hfdst.22 vs.18.